Internet en globalisering

Paper Globalisering en Lokalisering

Hier in Amsterdam ligt kabel. Dat is handig, want nu heb je keuze uit meer dan drie tv zenders. Ook op de radio zijn nu heel wat meer zenders te beluisteren. Een derde voordeel is, dat je nu dag en nacht op het internet kunt zitten, zonder dat je je krom betaalt aan telefoontikken. Dit maakt het 'surfen' op het internet een stuk rustiger, vooral als je tijdens 'Amerikaanse tijden' bezig bent. Niet iedereen is gezegend met kabelinternet, maar steeds meer mensen vinden wel op de een of andere manier toegang tot het internet: via de kabel of telefoonlijn thuis, via de computers op het werk, op school, of in de bibliotheek, of zelfs via de vele internetwinkeltjes, die in steeds meer plaatsen in de wereld opkomen.

Inhoud

Inleiding 
H1: De techniek van het internet 

  • 1.1: Het ontstaan van internet 

H2: Wat kan het internet betekenen voor globalisering? 

    • 2.1: Internet en het analytische framework 
    • 2.2: Internet en mogelijkheid van gebruik door de verschillende deelgebieden 
  • 2.3: Kritieken op internet en globalisering 

Conclusie

Bibliografie

Inleiding

Hier in Amsterdam ligt kabel. Dat is handig, want nu heb je keuze uit meer dan drie tv zenders. Ook op de radio zijn nu heel wat meer zenders te beluisteren. Een derde voordeel is, dat je nu dag en nacht op het internet kunt zitten, zonder dat je je krom betaalt aan telefoontikken. Dit maakt het 'surfen' op het internet een stuk rustiger, vooral als je tijdens 'Amerikaanse tijden' bezig bent. Niet iedereen is gezegend met kabelinternet, maar steeds meer mensen vinden wel op de een of andere manier toegang tot het internet: via de kabel of telefoonlijn thuis, via de computers op het werk, op school, of in de bibliotheek, of zelfs via de vele internetwinkeltjes, die in steeds meer plaatsen in de wereld opkomen. 

Het internet begint ook steeds meer een belangrijk communicatiemiddel te worden. Maar hoe belangrijk is het internet nu eigenlijk voor het globaliseringsproces? In dit paper zal ik proberen wat over het ontstaan van internet te vertellen. Verder zal ik ingaan op de mogelijkheden die het internet biedt voor de globaliseringsprocessen. In het 2.3 komen ook nog enkele kritiekpunten op de rol van het internet voor globalisering aan de orde. 

H1: De techniek van het internet

In dit hoofdstuk zal ik de ontstaansgeschiedenis van het internet kort bespreken. Ik heb hierbij vooral veel gehad van het artikel 'A Brief History of the Internet' van Leiner e.a. (2000). Het internet steunt natuurlijk verder ook helemaal op eerder uitgevonden technologien, zoals de telefoon(lijn), de computer, de sateliet, etc. en aangelegde infrastructuren, zoals de transatlantische telefoonlijnen, etc. 

1.1: Het ontstaan van internet

In 1962 werd het internet zoals het vandaag bestaat beschreven door J.C.R. Licklider. Hij zag wereldwijd verbonden computers voor zich, waarvandaan men overal snel informatie kon verkrijgen. Hij was hoofd van het onderzoek naar computers bij het Defense Advanced Reasearch Projects Agency (DARPA). Licklider was ervan overtuigd, dat informatieoverdracht via een netwerk tussen computers mogelijk was. Kleinrock kwam ondertussen met het idee om informatie van computer naar computer te brengen door middel van kleine pakketjes data. 

Daarnaast moesten computers op de een of andere manier met elkaar verbonden kunnen worden om ze met elkaar te kunnen laten praten. Dit kreeg men in 1965 voor het eerst voor elkaar met een nog zeer langzame telefoonlijn. En in 1968 werd een eenheid ontworpen om gekoppelde berichten te verwerken. Door deze verschillende technologieen te bundelen heeft men eraan gewerkt om ARPANET op te zetten. In 1969 werden de eerste vier 'host' computers met elkaar verbonden. Door dit succes werden er vanaf 1971 verschillende programma's ontwikkeld om met netwerken om te gaan. Zo werd in 1972 e-mail geintroduceerd. 

Vanuit ARPANET ontstond langzaam het internet, doordat er verschillende soorten netwerken (ARPANET, Packet Radio en Packet Satellite) aan elkaar gekoppeld werden (Leiner e.a. 2000). In 1973 begon het DARPA uit de Verenigde Staten met een onderzoek naar mogelijkheden om verschillende computers, die met elkaar in een netwerk verbonden zijn, met elkaar te laten communiceren, door kleine pakketjes informatie over te 'zenden'. In dit Internetting Project werden twee voorschriften voor communicatie ontwikkeld (Internet Society). Het Transmission Control Protocol (TCP) en het Internet Protocol (IP) moesten ervoor zorgen dat de pakketjes data veilig aankwamen en, als dit niet lukte, eventueel opnieuw verzenden. Deze twee voorschriften werden samen (als TCP/IP) in 1980 in gebruik genomen door de Amerikaanse defensie. Met de overstap van ARPANET naar TCP/IP werd het opgesplitst in MILNET, voor militaire doeleinden, en ARPANET, voor onderzoeksdoeleinden (Leiner e.a. 2000). 

Het internet was als een infrastructuur ontworpen waarin verschillende computerprogramma's over verschillende netwerken met elkaar konden communiceren. Door middel van de ontwikkeling van ethernetkabels, werd die communicatie steeds sneller. Bovendien maakte het de vergroting van de netwerken mogelijk (Leiner e.a. 2000). De verschillende netwerken waren eerst voornamelijk bedoeld voor kleine en besloten wetenschappelijke gemeenschappen. De netwerken waren dan ook niet erg uitwisselbaar. JANET en NSFNET brachten hier verandering in door de netwerken op te zetten voor de gehele wetenschappelijke gemeenschap (Leiner e.a. 2000). Het internet werd steeds meer gebruikt, vooral het e-mail verkeer groeide snel. Door deze enorm snelle schaalvergroting van het internet kwam er een management probleem bij. Hoe moest men namelijk al die server nummers kennen? Als oplossing kregen 'host' computers voor het gemak namen en het Domain Name System (DNS) werd geintroduceerd (Leiner e.a. 2000). 

Het aantal providers en computers verbonden met (inter)netwerken groeit nog steeds zeer snel. Het is bovendien niet alleen een westers fenomeen, maar het is overal in de wereld aanwezig of opkomend. Dit is mede vanwege ander infrastructurele ontwikkelingen, zoals satelietverbindingen, telefoon- en glasvezelkabelontwikkelingen, kabelnetwerken, computersystemen etc. mogelijk. 

H2: Wat kan het internet betekenen voor globalisering? 

 

In dit hoofdstuk komt het belang van internet voor de globaliseringsprocessen aan de orde. In 2.1 zal ik eerst het analytische frame bespreken, dat Held e.a. (2000 14-21) gebruiken om globalisering te analyseren en te bespreken. In 2.2 komen de verschillende deelgebieden van het globaliseringsproces aan de orde. Hierbij wordt gekeken naar het belang dat het internet kan hebben voor de globalisering van deze deelgebieden. In 2.3 komen enkele kritiekpunten aan de orde op het idee, dat internet tot globalisering leidt. 

2.1: Internet en het analytische frame 

 

Held e.a. (2000: 14-21) analyseren de globaliseringprocessen met behulp van een ruimtelijke, tijds- en organisatorische dimensies. Tot de ruimtelijke en tijdsdimensies behoren extensiteit, intensiteit, snelheid en invloed. Binnen twintig jaar is internet uitgegroeid van een netwerksysteem gericht op gesloten gemeenschappen tot een wereldomvattend netwerksysteem, dat computers in alle landen met elkaar verbindt. De geografische extensiteit is zeer groot. Er is niet alleen wereldwijde communicatie mogelijk, maar, dat bijvoorbeeld toeristenbranches in vakantielanden zelf hun reizen aanbieden, heeft ook gevolgen voor de toeristenbranches in de landen van waaruit op reis gegaan wordt. Vanwege het grote aantal bewegingen dat via het internet mogelijk is, is er ook sprake van grote intensiteit.  

De snelheid van communicatie is met de ontwikkelde technologieen van pakweg de laatste tweehonderd jaar sterk versneld. Internet heeft hier nog weer toe bijgedragen met behulp van de ontwikkeling van verwante technologieen, zoals bijvoorbeeld Ethernet en computerprocessoren. De snelheid van communicatie is echter nog steeds niet op zijn toppunt. Dit is te zien aan de ontwikkeling van steeds weer nieuwe en snellere technologieen, zoals bijvoorbeeld fire-wire. 

De impact van internet is in ieder geval in de westerse samenlevingen groot, maar of dit ook het geval is in ontwikkelingslanden, vraag ik me af. Tot de organisatorische dimensies behoren de infrastructuur, institutionalisering, globale stratificatie en dominante manieren van globale interactie. Het internet wordt door Held e.a. gezien als een onderdeel van de infrastructuren voor culturele "productie, verplaatsing en erkenning" (1999: 330, 344, 345). Het internet is in de meeste landen nog niet wettelijk gereguleerd. De institutionalisering van het net is dus nog niet zo ver gevorderd. 

Aangezien niet alle landen en mensen evenveel toegang hebben tot het internet, draagt het internet zeker bij tot globale stratificatie. Waarbij de westerse landen de grootste mogelijkheden tot toegang tot het internet hebben. In die landen is het kapitaal aanwezig om in de netwerken te investeren. Bovendien is in die landen ook de meeste expertise om met het internet en bijbehorende technologieen om te gaan. 

2.2: Internet en gebruiksmogelijkheden door de verschillende deelgebieden 

 

In het boek van David Held e.a. (1999) worden verschillende deelgebieden besproken om het proces van globalisering te kunnen bekijken. Zij hebben het achtereenvolgens over de globalisatie van politiek, (georganiseerd) geweld, handel, financiën, bedrijven en productie, migratie, cultuur en milieu. 

In het hoofdstuk 'Globalization, Culture and the Fate of Nations' wordt het internet als infrastructurele techniek als belangrijk gezien voor de verdere globalisering van cultuur. Het internet helpt op een aantal manieren mee aan culturele globalisatie. Ten eerste is het internet een communicatiemiddel waarover snelle informatieverplaatsing mogelijk is. Het kan dus verschillende gebieden en culturen over grote afstanden met elkaar in contact brengen. Dit kan zonder dat er mensen naar die gebieden moeten reizen om daar culturele waarden en normen uit te wisselen. Dit was eerst maar weggelegd voor een enkeling, nu kan iedereen via het internet contact zoeken met mensen aan de andere kant van de wereld. De contacten tussen culturen zijn dus met het internet vergroot. 

Het internet levert ook zijn informatiebijdrage voor de toeristenbranche. Toerisme wordt door Held e.a. (1999: 360-363) ook als manier gezien om cultureel te globaliseren. Op het internet wordt veel reclame gemaakt voor vele verschillende toeristische plaatsen. Reizen kan men eventueel ook boeken op het internet. Door het in huis halen van een wereldwijd aanbod van 'vakantieoorden' lijken verre bestemmingen dichterbij. 

Het internet maakt gebruik van de technologieën en mogelijkheden van radio en de tv, zoals het uitzenden van informatie en entertainment. Maar het kan meer. Door de mogelijkheid van tweerichtingsverkeer via hetzelfde medium kan er ook nog direct gereageerd worden op die uitzendingen. 

Het internet wordt ook steeds meer een goede verplaatsing voor telefonie. Bedrijven kunnen contact met elkaar onderhouden en documenten versturen via e-mail. Hierdoor wordt de fax en de koerier vervangen. Bovendien wordt nu in razend tempo het bellen via internet met beeld ontwikkeld. 

Verder draagt het internet bij tot de verdere verbreiding van talen en dan met name van het engels. Deze verbreiding van talen zet aan tot de ontwikkeling van bi- en multitaalvaardigheid. Dit laatste is volgens Held e.a. (1999: 345) een tweede en belangrijkere infrastructuur, nodig voor culturele globalisering. 

Door zijn functie als communicatiemiddel is het internet naar mijn mening niet alleen van belang voor de globalisatie van cultuur. Ook op de andere deelgebieden speelt het internet een belangrijke rol als informatieverschaffer. Bovendien is er via het internet tweerichtingsverkeer van informatie mogelijk en kan men dus ook inspelen en reageren op de informatie die men ontvangt. Zo kan men via het internet op de hoogte blijven van de globale geldstromen, door bijvoorbeeld de internetpagina's van de verschillende optiebeurzen bij te houden. Via het internet bieden op bepaalde aandelen is echter ook mogelijk. 

Ook andere instanties maken gebruik van deze functies van het internet. Lokale, regionale, nationale en globale overheden verschaffen informatie op het 'net' over besluiten, beleid, etc.. Politieke partijen en actiebewegingen verschaffen ook informatie over wie ze zijn en waar ze voor staan. Bovendien gebruiken ze het internet om 'dichterbij de mensen te komen', dat wil zeggen, dat door reactiemogelijkheid van de gebruikers een partij toegankelijker gemaakt wordt. 

Op handel gerichte bedrijven maken vooral gebruik van die mogelijkheid van tweerichtingsverkeer van het internet. Deze bedrijven, van klein tot Multi-National Corporation, gebruiken het internet om op de een of andere manier hun producten te verkopen. Het internet met zijn tweerichtingsverkeer heeft hierbij tot voordeel dat producten goedkoper en massaler aangeboden kunnen worden. Dit kan doordat men minder personeel in dienst kan nemen om de producten te verkopen. Bovendien is de huurprijs van een internetdomein stukken goedkoper dan de huurprijs van een winkelpand. Verder hoeft de internetwinkel, juist door het grote bereik van het internet, zich ook niet alleen te richten op de lokale of regionale markt, maar kan het, zelfs als klein bedrijf, zich richten op de wereldmarkt. 

Het internet is tot nog toe ook de ideale plek voor georganiseerde geweldsmachten om informatie te verkrijgen over de gebruikers van de elektronische snelweg. Zonder codering van het verkeer over deze snelweg is het namelijk vrij simpel mogelijk voor derden om alle data in dit verkeer te lezen. Het is zo open als een briefkaart. Enkele organisaties, zoals de Amerikaanse FBI en Echolon (een samenwerking tussen de overheden van de Verenigde Staten, Groot-Brittannie;, Canada, en Nieuw Zeeland) lezen systematisch al het verkeer, dat zich verplaatst via het internet. Dit verkeer controleren zij op een aantal steekwoorden en houden zo verschillende 'vijandelijke' bewegingen en partijen in de gaten. Dit kunnen zij doen aangezien er nog geen wettelijke regels bestaan voor het 'afluisteren' van elektronische data, zoals die bestaan voor briefpost en voor telefonisch verkeer. Met de vele informatie, die deze organisaties op deze manier verkrijgen, kunnen deze organisaties veel macht uitoefenen over de personen en/of instanties wie de informatie betreft (About.com 1999, 2000, Schwartz 2000). 

2.3: Kritieken op internet en globalisering 

Al lijkt het misschien anders in het voorgaande, denk ik niet dat het internet alleen maar bijdraagt tot wereldwijde globalisering. Tot nu toe is er nog heel wat nodig om toegang tot het internet te verkrijgen. Allereerst zal men toch moeten kunnen lezen en schrijven om van het internet gebruik te kunnen maken. Alleen dit al maakt, dat veel mensen buitengesloten blijven van het internet (CIA, d 2000). 

Dan is er ook nog een groot aantal mensen, dat het financiële of intellectuele kapitaal niet heeft om het internet op te kunnen gaan. Om het internet te kunnen bereiken moet men namelijk geld bezitten om een telefoonlijn aan te kunnen schaffen (CIA, b, c 2000), om stroom te kunnen gebruiken. Ook moet men een computer kunnen kopen, met alle bijbehorende hard- en software en een abonnement kunnen nemen en betalen bij een provider (CIA, a 2000), etc. Bovendien moet men het intellect bezitten om met het internet om te gaan. Zo hebben bijvoorbeeld veel oudere mensen moeite met de complexiteit van de programma's en de chaos van het internet. 

Het internet is voor de mensen, die er dan wel gebruik van maken, niet alleen een globaliseringsmiddel, maar ook juist vaak een lokaliseringsmiddel. Groepen en organisaties gebruiken het internet vaak juist om hun specifieke kenmerken duidelijk te maken en zich te onderscheiden van andere groeperingen. 

Conclusie 

Het internet is een middel, waarop je een heleboel informatie kwijt kunt en kan krijgen. De vraag is echter in hoeverre het bijdraagt tot globalisering. Naar mijn mening draagt het zeker bij tot globalisering. Het is nu mogelijk steeds meer informatie te krijgen over allerlei uithoeken in de wereld. Deze informatievoorziening kan begrip kweken voor allerlei verschillende situaties. Bovendien kan men zich door dit begrip verbonden gaan voelen met totaal andere delen van de wereld. 

Het internet is alleen niet het enige, dat nodig is voor globalisering. Het is slechts een van de middelen en dit middel kan ook juist gebruikt worden in een tegengestelde richting, voor lokalisering. 

Dit middel heeft echter wel gunstige kenmerken, die kunnen leiden tot verdere globaliseringsprocessen. Zo is de snelheid van het internet heel groot en wordt deze met iedere nieuwe ontwikkeling steeds groter. Bovendien kan er relatief goedkoop informatie van de ene kant van de aarde naar de andere kant gestuurd worden. Een ander voordeel van het internet is de mogelijkheid om de verschillende pakketjes data met elkaar uit te wisselen, wat voor programma's je ook gebruikt. 

Bibliografie 

About.com 
2000 Short Take: Tame the Carnivore. 
http://www.civilliberty.about.com/newsissues/civilliberty/library/briefs/bl071900.htm 
15 juli 2000 

About.com 
1999 The ENFOPOL connection. 
http://www.civilliberty.about .com/newsissues/civilliberty/library/weekly/aa051099.htm 
10 mei 1999 

CIA, a 2000 World Factbook 2000; Internet Service Providers. 
http://www.cia.gov/cia/publications/factbook/fields/internet_service_providers_(isps).html 

CIA, b 2000 World Factbook 2000; Telephone system. 
http://www.cia.gov/cia/ publications/factbook/fields/telephone_system.html 

CIA, c 2000 World Factbook 2000; Telephones - main lines in use. 
http://www.cia.publications/factbook/fields/telephones_-_main_lines_in_use 

CIA, d 2000 World Factbook 2000; Literacy. 
http://www.cia.publications/factbook/fields/literacy.html 

Held, D., A. McGrew, D. Goldblatt en J. Perraton 
1999 Global Transformations; Politics, Economics and Culture. 
Cambridge: Polity Press 

Internet Society 
A Brief History of the Internet and Related Networks. 
http://www.isoc.org/internet-history/cerf.html 

Leiner, B. M., V. G. Cerf, D. D. Clark, R. E. Kahn, L. Kleinrock, D. C. Lynch, J. Postel, L. G. Roberts en S. Wolff 
2000 A Brief History of the Internet. 

http://www.isoc.org/internet-history/brief.html 
4 augustus 2000 

Schwartz, John 
2000 FBI's Internet Wiretaps Raise Privacy Concerns. 
http://www. washingtonpost.com/wp%2Ddyn/articles/A23986%2D2000Jul11.html 
12 juli 2000

 

Saturday 01 January 2000 - 11:54 am | | Culture and behaviour, All
Used tags: ,